Ek lees baie graag Alain de Botton se boeke en het tot dusver elkeen wat verskyn het met genot verslind. My gunsteling boek van hom is sy “Architecture of Happiness.”
Ek het in 2005 ‘n resensie oor sy Status Anxiety in Beeld geskryf – ‘n boek wat net so knap as sy ander boeke was. Ek sluit ‘n kopie hieroor in aan die einde van die blog.
Wat my van al sy boeke verras het, is dat De Botton soveel motiewe uit die Christendom ernstig opgeneem het. Hy het verder vir my laat dink dat hy eintlik ‘n modern, sekulêre mistagoog is. Wat hy wil doen, is om saam met mense te loop wanneer hulle probeer om sin van hul lewe te maak.
En toe lees ek vandag in Trouw ‘n lang onderhoud wat met hom gevoer is nadat hy sy nuutste boek gepubliseer het – en dit met die boeiende titel: “Religion for atheists!”
Hier volg die artikel met sy interessante inhoud. Intussen het ek die boek vir my bestel.
We moeten selectief roven van religie'
INTERVIEW | SEBASTIEN VALKENBERG − 14/06/11, 10:10
Alain de Botton: "Het is nooit bij me opgekomen dat religies perfect zouden zijn. Ik wil ze dan ook niet verdedigen."
Met religieuze doctrines heeft Alain de Botton niet veel op. Toch kan de kerk een voorbeeld zijn, schrijft hij in 'Religie voor atheïsten'. "Kerken brengen vreemden bij elkaar."
'Ik geef niet om religie", zegt Alain de Botton. Het is een opmerkelijke uitspraak voor iemand die zojuist een boek heeft geschreven over hoe leerzaam godsdiensten kunnen zijn. De titel maakt het nog verwarrender. 'Religie voor atheïsten' heet het nieuwe boek van de bestsellerauteur uit Groot-Brittannië. Wat is precies zijn ambitie? In elk geval heeft hij geen apologie geschreven. "Er zijn zoveel dingen verkeerd aan religie. De vervolging van indianen in Zuid-Amerika, de Spaanse inquisitie, elf september, pedofiele priesters. Maar ik voelde niet de behoefte om hierop in te gaan. Het is namelijk nooit bij me opgekomen dat religies perfect zouden zijn. Ik wil ze dan ook niet verdedigen."
Hoe zou u uw verhouding tot religie typeren?
"Ik ben tegen veel doctrines van georganiseerde religies en dan met name tegen hun verklaringen voor het ontstaan van het universum en voorspellingen van de toekomst. Tegelijkertijd ben ik zeer geïnteresseerd in hun rituele, esthetische, educatieve en morele dimensies. Ik vind dat de seculiere samenleving gaten vertoont die gevuld zouden kunnen worden met sommige van die inzichten. In wezen stel ik een selectieve roof voor van bepaalde ideeën. Hier schrikken veel mensen van, maar hier is niets vreemds aan. Als het literatuur betreft gaan we ook selectief te werk. We kunnen van literatuur houden maar hoeven tegelijk niet alles mooi te vinden. Hetzelfde moet mogelijk zijn voor religie."
Wat kunnen we leren van religie?
"We willen tot een gemeenschap behoren, maar vaak hebben we niet de mechanismen om zulke gevoelens te activeren. In een grote stad spreek je zelden met iemand op straat. Niet omdat iedereen onvriendelijk zou zijn, maar omdat er geen context is. Wat religies vaak doen is een context creëren waarin we ons open kunnen stellen aan anderen. Als je mensen niet aan elkaar voorstelt, worden ze argwanend. Maar je moet die ontmoeting tussen vreemden wel organiseren. De kerk kan als model dienen, waar mensen samenkomen zonder dat ze iets gemeenschappelijks hebben. Er soms wordt gezegd dat Facebook het probleem kan oplossen. Ik denk echter dat Facebook het tegenovergestelde doet. Het brengt juist mensen bij elkaar met vergelijkbare interesses. Dus ontmoet je geen vreemden."
Gelovigen hebben kerken, zegt u, maar vergelijkbare seculiere instituties zijn schaars. Vervult uw School of Life die functie?
"Er bestaat zeker verwantschap. Om te beginnen bepleiten we een nieuwe manier van leren. Uitgangspunt is dat mensen worstelen met problemen én dat ze hiermee ergens naartoe willen. Ten tweede zijn we geïnteresseerd in het bouwen van een gemeenschap. London is een eenzame stad waar de kansen beperkt zijn om rond een bepaalde thema samen te komen met vreemden. Natuurlijk zijn er ontelbare lezingen in de stad. Maar nadat die zijn afgelopen vertrekt iedereen weer. Daarom organiseert de school activiteiten rond een onderwerp, die ook altijd een element van gemeenschappelijkheid in zich hebben. Is dit typisch religieus? Nee, maar er spelen vergelijkbare kwesties."
Hoe ziet het onderwijs eruit op de School of Life?
"Er ligt een humanistische visie aan ten grondslag. Het idee van goedheid dat je tegenkomt in de beste werken van de cultuur door de eeuwen heen: Shakepeare, Milton, maar ook Mark Rothko. Ze wijzen niet allemaal in één richting, maar er zitten bepaalde thema's in. De vraag is wat je hiermee doet. Het probleem in de huidige wereld is niet dat we een tekort aan goede ideeën hebben. We moeten ze alleen op de juiste manier overbrengen. Dus veel lesmateriaal is hetzelfde als op universiteiten, alleen wordt het vanuit een andere hoek benaderd. Waar we behoefte aan hebben is spirituele begeleiding. Zo gaan we zien dat goede ideeën belangrijk zijn vanwege praktische redenen. Ze helpen ons met leven."
U waardeert de retorische talenten van religieuze leiders. Selecteert u mensen die solliciteren naar een functie op de School of Life hier ook op?
"Zeker. We hebben een aantal mensen in dienst uit de theaterwereld en dat is niet toevallig. Mensen met die achtergrond weten het beste hoe ze ergens een vertoning van moeten maken. Onze cultuur koestert hier grote achterdocht tegen. We maken ons zorgen als iets geweldig klinkt. Zal het dan ook inhoud hebben? Natuurlijk hebben we inhoud nodig, maar ook de juiste presentatie is belangrijk. Aan het laatste aspect besteedt de academische wereld weinig aandacht."
De literatuur zou een voorbeeld moeten nemen aan religieuze teksten, die duidelijk zeggen hoe we moeten leven. Maar heeft literatuur wel een vergelijkbare functie?
"Ik ben het ermee eens dat literatuur niet zulke claims doet als bijvoorbeeld de Tien Geboden. Maar dat wil niet zeggen dat zij helemaal niet aangeeft hoe we moeten leven. Neem 'Madame Bovary' van Gustave Flaubert. De tekst zegt niet wat je moet doen bij problemen met je echtgenoot. Wel trillen er verschillende gedachten mee over passie, verveling en het politieke leven. Het is een belangrijk kunstwerk omdat het verbonden is met zaken waar we ons druk om maken. De modernistische visie op literatuur probeert kunst los te maken van het leven. Er bestaat een allergie voor het woord 'relevantie'. Mensen die willen dat kunst relevant is, heten vulgair en zouden geen oog hebben voor de complexiteit ervan."
Het blijft bij u zelden bij boeken alleen. Uit 'De architectuur van het geluk' volgde 'Living Architecture'. Zou uw recente boek ook iets dergelijks kunnen losmaken?
"Wie weet. Het hangt er vaak ook van af wie zich aandient nadat je een boek hebt gepubliceerd. Maar een restaurant dat in de eerste plaats gewijd is aan gezelligheid en gemeenschappelijkheid zou een mooi idee zijn. Bestaande restaurants zijn gericht op het eten. Terwijl dit er niet echt toe doet. Het draait uiteindelijk om de kwaliteit van de ontmoeting. Hier heb je een lange tafel waar iedereen kan aanschuiven. Weg dus met die gescheiden tafeltjes."
Alain de Botton: Religie voor atheïsten. Een heidense gebruikersgids. Atlas, Amsterdam. ISBN 9789045019345; 324 blz. € 22,95.
Hoe zou u uw verhouding tot religie typeren?
"Ik ben tegen veel doctrines van georganiseerde religies en dan met name tegen hun verklaringen voor het ontstaan van het universum en voorspellingen van de toekomst. Tegelijkertijd ben ik zeer geïnteresseerd in hun rituele, esthetische, educatieve en morele dimensies. Ik vind dat de seculiere samenleving gaten vertoont die gevuld zouden kunnen worden met sommige van die inzichten. In wezen stel ik een selectieve roof voor van bepaalde ideeën. Hier schrikken veel mensen van, maar hier is niets vreemds aan. Als het literatuur betreft gaan we ook selectief te werk. We kunnen van literatuur houden maar hoeven tegelijk niet alles mooi te vinden. Hetzelfde moet mogelijk zijn voor religie."
Wat kunnen we leren van religie?
"We willen tot een gemeenschap behoren, maar vaak hebben we niet de mechanismen om zulke gevoelens te activeren. In een grote stad spreek je zelden met iemand op straat. Niet omdat iedereen onvriendelijk zou zijn, maar omdat er geen context is. Wat religies vaak doen is een context creëren waarin we ons open kunnen stellen aan anderen. Als je mensen niet aan elkaar voorstelt, worden ze argwanend. Maar je moet die ontmoeting tussen vreemden wel organiseren. De kerk kan als model dienen, waar mensen samenkomen zonder dat ze iets gemeenschappelijks hebben. Er soms wordt gezegd dat Facebook het probleem kan oplossen. Ik denk echter dat Facebook het tegenovergestelde doet. Het brengt juist mensen bij elkaar met vergelijkbare interesses. Dus ontmoet je geen vreemden."
Gelovigen hebben kerken, zegt u, maar vergelijkbare seculiere instituties zijn schaars. Vervult uw School of Life die functie?
"Er bestaat zeker verwantschap. Om te beginnen bepleiten we een nieuwe manier van leren. Uitgangspunt is dat mensen worstelen met problemen én dat ze hiermee ergens naartoe willen. Ten tweede zijn we geïnteresseerd in het bouwen van een gemeenschap. London is een eenzame stad waar de kansen beperkt zijn om rond een bepaalde thema samen te komen met vreemden. Natuurlijk zijn er ontelbare lezingen in de stad. Maar nadat die zijn afgelopen vertrekt iedereen weer. Daarom organiseert de school activiteiten rond een onderwerp, die ook altijd een element van gemeenschappelijkheid in zich hebben. Is dit typisch religieus? Nee, maar er spelen vergelijkbare kwesties."
Hoe ziet het onderwijs eruit op de School of Life?
"Er ligt een humanistische visie aan ten grondslag. Het idee van goedheid dat je tegenkomt in de beste werken van de cultuur door de eeuwen heen: Shakepeare, Milton, maar ook Mark Rothko. Ze wijzen niet allemaal in één richting, maar er zitten bepaalde thema's in. De vraag is wat je hiermee doet. Het probleem in de huidige wereld is niet dat we een tekort aan goede ideeën hebben. We moeten ze alleen op de juiste manier overbrengen. Dus veel lesmateriaal is hetzelfde als op universiteiten, alleen wordt het vanuit een andere hoek benaderd. Waar we behoefte aan hebben is spirituele begeleiding. Zo gaan we zien dat goede ideeën belangrijk zijn vanwege praktische redenen. Ze helpen ons met leven."
U waardeert de retorische talenten van religieuze leiders. Selecteert u mensen die solliciteren naar een functie op de School of Life hier ook op?
"Zeker. We hebben een aantal mensen in dienst uit de theaterwereld en dat is niet toevallig. Mensen met die achtergrond weten het beste hoe ze ergens een vertoning van moeten maken. Onze cultuur koestert hier grote achterdocht tegen. We maken ons zorgen als iets geweldig klinkt. Zal het dan ook inhoud hebben? Natuurlijk hebben we inhoud nodig, maar ook de juiste presentatie is belangrijk. Aan het laatste aspect besteedt de academische wereld weinig aandacht."
De literatuur zou een voorbeeld moeten nemen aan religieuze teksten, die duidelijk zeggen hoe we moeten leven. Maar heeft literatuur wel een vergelijkbare functie?
"Ik ben het ermee eens dat literatuur niet zulke claims doet als bijvoorbeeld de Tien Geboden. Maar dat wil niet zeggen dat zij helemaal niet aangeeft hoe we moeten leven. Neem 'Madame Bovary' van Gustave Flaubert. De tekst zegt niet wat je moet doen bij problemen met je echtgenoot. Wel trillen er verschillende gedachten mee over passie, verveling en het politieke leven. Het is een belangrijk kunstwerk omdat het verbonden is met zaken waar we ons druk om maken. De modernistische visie op literatuur probeert kunst los te maken van het leven. Er bestaat een allergie voor het woord 'relevantie'. Mensen die willen dat kunst relevant is, heten vulgair en zouden geen oog hebben voor de complexiteit ervan."
Het blijft bij u zelden bij boeken alleen. Uit 'De architectuur van het geluk' volgde 'Living Architecture'. Zou uw recente boek ook iets dergelijks kunnen losmaken?
"Wie weet. Het hangt er vaak ook van af wie zich aandient nadat je een boek hebt gepubliceerd. Maar een restaurant dat in de eerste plaats gewijd is aan gezelligheid en gemeenschappelijkheid zou een mooi idee zijn. Bestaande restaurants zijn gericht op het eten. Terwijl dit er niet echt toe doet. Het draait uiteindelijk om de kwaliteit van de ontmoeting. Hier heb je een lange tafel waar iedereen kan aanschuiven. Weg dus met die gescheiden tafeltjes."
Alain de Botton: Religie voor atheïsten. Een heidense gebruikersgids. Atlas, Amsterdam. ISBN 9789045019345; 324 blz. € 22,95.
Controversieel filosoof en ondernemer
Over de werkwijze van Alain de Botton, die filosofie schrijft voor een breed publiek, zijn de meningen verdeeld.
Door uit te gaan van alledaagse problemen keert Alain de Botton terug naar de oorsprong van de filosofie, aldus een auteur in de London Times Literary Supplement. Een criticus in the Guardian noemde hem daarentegen 'een popfilosoof', die lighter-than-air books schrijft.
De Botton is geboren in Zwitserland, en verhuisde op achtjarige leeftijd naar Engeland. Na studies in Cambridge (geschiedenis) en King's College in Londen (filosofie) begon hij aan zijn proefschrift aan Harvard.
Hij hield er voortijdig mee op om zich helemaal te kunnen wijden aan het schrijven van boeken. Hij begon als fictie-auteur, maar brak in 1997 door met 'Hoe Proust je leven kan veranderen'.
'Hoe Proust je leven kan veranderen' houdt het midden tussen een zelfhulpboek en een analyse van een van de grootste maar ook minst gelezen auteurs uit de wereldliteratuur. Deze praktische insteek kenmerkt ook zijn latere boeken, die over uiteenlopende onderwerpen gaan: sociale status, architectuur, werk.
Gaandeweg vond De Botton ook andere manieren om zijn ideeën aan de man te brengen. Omdat het reguliere onderwijs in zijn ogen te theoretisch was, stichtte hij in 2008 de School of Life.
Ook is hij creatief directeur van Living Architecture, een organisatie die zich inzet voor bijzondere hedendaagse archiectuur.
Hier is my resensie:
Maandag 20 Junie 2005 bl. 13
Beeld
Johannesburg Finaal
Boeke-Beeld onder redaksie van Elfra Erasmus
foto: boek-omslag
Beeld
Johannesburg Finaal
Boeke-Beeld onder redaksie van Elfra Erasmus
foto: boek-omslag
Hoe besweer jy status-angs?
Pieter de Villiers
Status anxiety deur Alain de Botton . Hamish Hamilton/ Penguin (sagteband, 314 pp.), R110. ISBN 0-241-14239-3
Alain de Botton se jongste boek gaan oor die neurotiese angs van mense oor wat ander van hulle dink, en hul gewroeg om status. Kyk maar hoe selfs 'n terloopse, ingedagte groet van 'n kollega of 'n onbeantwoorde telefoonoproep 'n hele dag vir iemand kan bederf of hom neerslagtig kan maak.
Alain de Botton se jongste boek gaan oor die neurotiese angs van mense oor wat ander van hulle dink, en hul gewroeg om status. Kyk maar hoe selfs 'n terloopse, ingedagte groet van 'n kollega of 'n onbeantwoorde telefoonoproep 'n hele dag vir iemand kan bederf of hom neerslagtig kan maak.
Dit is ook sleg dat 'n mens nie oor jou kwellende behoefte aan status kan praat nie. Hoe sê ek dan nou openlik dat ek jaloers is op ander se sukses?
En ewe naar, is dat status onbestendig is. 'n Enkele lawwe episode, glips of ekonomiese ramp en jou status, saam met die gevoel van eiewaarde, is in die drein af.
Hoe gedaan met hierdie sluipende siekte wat soveel ellende veroorsaak?
Hieroor is De Botton helder: Ken die oorsake en bekyk beproefde oplossings - die twee groot afdelings in sy boek.
Een van die vyf interessante oorsake wat hy bespreek, is - ironies genoeg - juis die groeiende welvaart in die Westerse gemeenskappe wat bepaalde verwagtings geskep het.
In 1933 het Hoover byvoorbeeld geadverteer dat met hul nuwe stofsuier die huisvrou dieselfde luukse as die rykste onder die rykes kan geniet! Lae status verhinder nie meer 'n hoë lewenstyl nie.
Maar met groter welvaart styg ook die angs oor status, want nou wil mense hê wat ander het, selfs al het hulle dit nie regtig nodig nie. Niks verhinder 'n mens mos om dieselfde duur motor as die bure te besit nie.
Ewe boeiend is sy uitgebreide bespreking van hoe die filosofie, kuns, politiek, die Christendom en die Boheme status-angs besweer het. Hulle illustreer almal 'n fundamentele punt dat 'n mens beminlik kan wees sonder die lof van ander en die status wat hulle aan jou toeken.
As 'n mens sien hoe politici byvoorbeeld op belangrike maniere die mindere status van vroue, bejaardes en kinders deur stemreg, pensioene en verpligte skoolopleiding verander het, motiveer dit jou om te begin torring aan oppervlakkige status-ideale in die gemeenskap.
Hy maak interessante opmerkings oor die Christendom. Hy hervertel aangrypend Tolstoi se Die dood van Iwan Iljich (1886) oor iemand wat op sy sterfbed met die leegheid van sy hoë status gekonfronteer word as sy vriende en familie sy behoefte aan ondersteuning negeer en sy begrafnis as 'n lastige pligpleging ervaar.
De Botton verwys hiermee na die klassieke topos ('n tema of motief wat herhaaldelik in die letterkunde en retoriek voorkom) van die mementi mori (die "gedagte aan die dood") wat 'n mens jou prioriteite radikaal laat herrangskik en jou laat fokus op verhoudings wat nie afhang van posisie of rykdom nie.
Maar ook hier delf De Botton dieper as wat in dié bespreking belig kan word. Status-angs word verlig as 'n mens besef hoe sterflik alle mense is.
In die groot prentjie is almal iewers stippeltjies of relatief onbelangrik.
"Our concern with who is a few millimetres taller than us can give way to an awe for things 1 000 million times larger than us, a force which we may be moved to call infinity, eternity - or simply, and perhaps most usefully, God" .
En dit is maar enkele aspekte van dié belangrike en indrukwekkende boek.
Waarom spreek De Botton se boek uit die hart van die kontemporêre Europese denkklimaat so tot 'n mens? Hierop is daar sekerlik talle antwoorde, maar dit is duidelik dat hy by helder water gaan drink het en genuanseerd daaroor skryf.
Boonop skryf hy nuut en vars oor iets wat saak maak.
In 'n tyd waarin selfhelpboeke die mark oorstroom, gaan dit ook oor die sinvolle lewenskuns - waaroor hy ook geskryf het in sy vroeëre publikasies met hul veelseggende titels (bv. How Proust can change your life , The consolations of philosophy en The art [!] of travel ).
Maar hy doen dit sonder 'n neerbuigende houding, voorskriftelike magsgrepe of sentimentele selfhelp-salf.
Ook heerlik om te lees, is sy subtiele humor met interessante illustrasies vir sy stellings afkomstig uit die mees obskure, maar fassinerende oorde.
In Status anxiety sien 'n mens nou wel nie 'n skertsende foto van die skrywer se slaapkamer soos in The art of travel nie, maar daar is ter illustrasie van die groeiende welvaart in die Weste 'n seldsame advertensie uit 1884 van George Jenning se spoeltoilet wat almal verstom het omdat dit tien appels en 'n plat spons op een slag kon wegspoel!
Alain de Botton se Status anxiety is 'n skaars mengsel van sekulêre en geestelike spiritualiteit wat sy vele aanhangers nie sal teleurstel nie. Hy bevestig met die boek waarom hy vir baie 'n kultusfiguur is.
• Prof. Pieter G.R. de Villiers is 'n Nuwe-Testamentikus van Stellenbosch en skrywer.
pgdevilliers@mweb.co.za .
boeke resensies
No comments:
Post a Comment
Note: Only a member of this blog may post a comment.