Friday, July 29, 2011

Hoe om die pad van versoening te loop.



'n Predikant en 'n Imam in Nigerië

Trouw het vandag weer ‘n belangrike berig oor godsdiens. Daarin lees ‘n mens die ontstellende verhaal oor hoe godsdiens ‘n mens verbitterd en hatig kan maak, maar ook hoe intens moeilik dit is om van daardie bitterheid en haat ontslae te raak.

Ons hier weet ook van die bloedige en tragiese oorloë tussen die Christene en Muslims in Nigerië.

Die artikel is ‘n verhaal van twee geestelikes uit die Christendom en Islam in die land wat na jarelange stryd besef het hoe vernietigend hulle geloof was – beide op hul gemeenskappe en op hulleself.

Dit is, as ‘n mens die artikel versigtig lees, opvallend om te sien presies wat hulle tot dieper insig gebring het en hulle begin dwing het om ‘n ander, lewegewender pad te loop. En, vreemd genoeg, kom ‘n belangrike impuls hiertoe van buite hul geledere. Iewers het ‘n joernalis, iemand buite die kerk en die moskee, twee mense bymekaar gebring en aangesê om hul dinge reg te kry – en dit gebeur toe.

Die verandering is verder aangehelp deur eg menslike gebare: die besoek van die imam aan die predikant se siek ma as daad van ontferming het ook ‘n verskil gemaak. As ‘n mens die artikel fyn lees, besef jy dat dit die menslike dinge is wat uiteindelik ‘n verskil maak. Om iemand anders te behandel soos jy wil behandel word. Om miskien selfs verder te gaan en soos die Barmhartige Samaritaan te word. Besef ons regtig altyd hoe radikaal hierdie gelykenis van Jesus was – dat dit ‘n gelykenis was wat vyandsliefde wou illustreer?

Ek dink die artikel is ook insiggewend omdat dit ‘n mens ‘n kykie gee in hoe ‘n gemeenskap geradikaliseer raak. Beide die geestelikes het uit hulle ervaring sekere simptome waargeneem wat hulle nou kan opnoem as gevaartekens vir toekomstige moord en opstand. Wanneer ‘n gemeenskap sekere dinge begin doen, moet jy weet dinge loop verkeerd en daar moet nou ten alle koste gekeer word.

Daar is iets baie prakties in hierdie artikel. Ek dink die probleme wat ons het met xenofobiese aanvalle en met plaaslike opstande oor dienslewering, selfs met diepe ontevredenheid onder Afrikaanse mense, sal ook aangespreek kan word met die ervaring en kennis van die geestelikes wat in die artikel genoem word.

Derdens wys die artikel hoe skynbaar onskuldige gebeure in een deel van die wêreld dodelike gevolge in ander dele van die aardbol het. Die Dene wat so maklik die gevoelens van Islam aangetas het met hul spotprente, moet iewers ingelig word dat daardie spotprente die dood van Christene in Nigerië tot gevolg gehad het. Terwyl die Dene hulle self kon verdedig, moes onskuldige mense in ander lande die tol betaal.

En dit is net so boeiend dat ‘n Suid-Afrikaanse persoon in die artikel uitgewys word as iemand wat bydrae tot die dodelike stryd tussen Christene in Muslims in Nigerië. Laat niemand ‘n woord spreek wat ander kan vernietig nie – dit gebeur makliker en gouer as wat ‘n mens dink. Woorde en spotprente kan doodmaak. Kan ‘n mens genoeg hieroor preek?

Dit sou interessant wees om die artikel deur geestelike leiers bespreek te kry. Ek sou graag wou weet hoe reageer mense in ons eie geledere op hierdie inligting.

Ons is bevoorreg in ons land dat ons nie sulke spanninge tussen godsdienste ken nie en dat die grondwet sulke spanninge ten minste teoreties besweer. Maar ons het weer ander spanninge wat ons met dieselfde gesindheid as die geestelikes in hierdie artikel moet besweer. Let maar net op watter rol speel die liefde, die liefde daarin!


Hier volg die artikel uit vandag se Trouw.
 In het woelige Nigeria zijn er geregeld bloedige botsingen tussen moslims en christenen. Een pastor en een imam die ooit gezworen vijanden waren, proberen zulke botsingen te voorkomen en wederzijds begrip te kweken. Binnenkort wacht het duo een krachtproef: een dialoog met de fanatieke Boko Haram, de taliban van Nigeria. Twintig jaar geleden stonden de Nigeriaanse pastor James Wuye en de imam Muhammad Ashafa elkaar nog naar het leven, als aanvoerders van een christelijke en een moslimmilitie. Nu geven ze leiding aan het Interfaith Mediation Centre, dat de levensgevaarlijke spanningen tussen Nigeriaanse moslims en christenen probeert te bestrijden.
Pastor James, via de telefoon vanuit de stad Kaduna, in het centrale noorden van Nigeria: "Vroeger zat ik boordevol haat, nu houd ik oprecht van moslims. Die haat leverde niets positiefs op. De beste manier om met een extremist om te gaan is hem je liefde te tonen." Beide godsdiensten kunnen elkaar aanvullen, vindt hij: "De islam legt extra nadruk op gerechtigheid, het christendom op liefde. Dat kan goed samengaan."

Een ware krachtproef volgt binnenkort. De pastor en de imam beginnen dan een dialoog met de beruchte organisatie Boko Haram. Boko Haram verwerpt elk facet van de moderne vooruitgang als onislamitisch. De naam betekent letterlijk: 'westerse vorming is een zonde'. De aanhangers opereren in het noord-oosten van het land, zijn een plaag voor andere moslims en christenen, vechten met het leger en gelden als de taliban van Nigeria.

Pastor James: "Een door ons opgeleide tussenpersoon heeft het contact gelegd. De gesprekken beginnen binnen een paar weken." Voor anderen mag het ongelooflijk klinken dat je met een dergelijke club zou kunnen of willen praten. Maar de pastor en de imam weten welke ontwikkeling ze zelf moesten doormaken. Dat zij nu beiden eensgezind zich aan de wereld presenteren op een filmpje op YouTube mag een wonder heten, en waarom zou er niet nog een wonder mogelijk zijn?

Van hun ervaringen laten ze ook andere landen profiteren. Onlangs waren ze in Egypte, waarna ze doorvlogen naar Noord-Ierland. Egypte bezochten ze op uitnodiging van de internationale organisatie Initiatives for Change en het in Egypte gevestigde Center for Arab-West Understanding. De Egyptische autoriteiten steunden de uitnodiging al toonden ze ook reserves. "Egypte is geen Nigeria", bromden ze. Daarin hadden ze gelijk. Bij rellen in Nigeria tussen moslims en christenen kunnen gemakkelijk honderden doden vallen, in Egypte is dat nooit gebeurd. Bij de allerergste incidenten daar vielen tientallen doden.

Toch ziet pastor James overeenkomsten: "Juist omdat we zelf geweld hebben gebruikt zien we snel de symptomen. Soms merk je dat de preken op vrijdag en zondag een radicale toon krijgen. Een ander slecht teken is het wanneer mensen uit bepaalde groepen bij elkaar gaan wonen en het contact verbreken met anderen. Je moet letten op wat er in informele religieuze onderwijsinstellingen gebeurt. Als er plotseling veel demonstraties zijn moet je oppassen, zelfs als ze vreedzaam zijn, want de stemming kan ineens omslaan. Soms is er een groep migranten met radicale ideeën. Ook als zo maar alle winkels sluiten dreigt er gevaar."

Hij denkt dat de symptomen van dreigend geweld in Egypte weinig zullen verschillen van die in Nigeria: "Natuurlijk moeten de Egyptenaren zelf hun problemen oplossen. Wij konden alleen maar tips geven. Maar ook in Egypte moet je spanningen niet laten doorbroeien. Je hebt een fijnmazig netwerk van informanten nodig dat in een vroeg stadium waarschuwt. Daarnaast moet je goede contacten onderhouden met de overheid. De overheid moet op tijd in actie komen, dat is de keerzijde. Waarschuwen helpt alleen wanneer de overheid vervolgens snel optreedt. Ook moet je onderzoeken waar de onvrede vandaan komt. Vaak zijn er sociale oorzaken, je moet nagaan wat mensen tekort komen en wat je daaraan kunt doen."

Pastor James raakte zelf in het geweld verzeild in de jaren tachtig. De jongste dag was in aantocht, zo geloofden veel Nigerianen toen, en daarom was er een schoonmaak van de wereld nodig. Er waren moslims die daaraan de conclusie verbonden dat ze kerken moesten aanvallen. Pastor James en andere christelijke jongeren verdedigden hun godshuizen, bij een van de aanvallen raakte de pastor zijn rechterhand kwijt.

De ommekeer in zijn denken voltrok zich in de tweede helft van de jaren negentig. Het begon in 1995 met een bezoek aan de vrouw van de gouverneur van Kaduna. De deelstaat bereidde een inentingscampagne voor van kinderen, die op veel wantrouwen stuitte.

Dat probleem doet zich geregeld voor in Nigeria. In 2003 bijvoorbeeld verkondigden radicale predikers dat een inentingscampagne tegen polio een Amerikaans complot tegen de islam was, en dat vaccineren bovendien niet halal was.

De gouverneursvrouw nodigde invloedrijke christelijke en moslimjongeren bij haar thuis uit en spoorde hen aan om ouders ervan te overtuigen dat ze hun kinderen wel moesten laten inenten. Er was ook een journalist aanwezig, die het contact legde tussen pastor James en imam Ashafa. Ashafa vertegenwoordigde een overkoepelende organisatie van jongeren, pastor James een christelijke evenknie. "Jullie moeten samenwerken", zei de journalist.

De wonden waren nog vers, pastor James had zijn prothese, beiden hadden dierbaren verloren. Pastor James wantrouwde Ashafa. Hij verdacht hem ervan hem uit te willen horen over zijn organisatie, om later een gewapende aanval te kunnen uitvoeren.

De imam was van de school van de Zuid-Afrikaanse prediker Ahmad Hussein Deedat. De in 2005 overleden Deedat probeerde in debatten christenen vanuit de Bijbel ervan te overtuigen dat hun geloof onlogisch was. Ook Ashafa deed dat in zijn gesprekken met de pastor.

Maar in de loop van de tijd kregen de debatten meer het karakter van een dialoog. Een indrukwekkend verzoeningsgebaar was een bezoek van de imam aan de ernstig zieke moeder van de pastor. In 1996 waren beide mannen zo ver dat ze een gezamenlijke bijeenkomst organiseerden van moslim- en christenjongeren. Alleen wilde geen hotel in Kaduna ruimte beschikbaar stellen, uit angst voor onlusten.

Tenslotte bood het Britse culturele instituut British Council wel gastvrijheid. De directeur smeekte de pastor en de imam om het netjes te houden. "Als morgen dit gebouw is platgebrand dan ben ik mijn baan kwijt", waarschuwde hij. Beide partijen waren vastbesloten het zo ver niet te laten komen, maar voor de zekerheid hadden ze wel hun messen meegenomen. Gelukkig hadden ze die niet nodig en de bijeenkomst bleek een doorbraak. "Toch voelde ik nog steeds die haat", zegt pastor James. "Ook al werkten we samen".

De echte psychologische doorbraak ervoer de pastor pas in 1998. Hij is een evangelicale christen en volgde een opleiding om te evangeliseren onder moslims. Zijn leermeester merkte dat er iets fout zat. "Met die haat van jou zul je als prediker niets bereiken", zei hij. Het licht brak door. Pastor James: "Tegen moslimpredikers zeg ik nu: we zijn bezig met een marketingstrijd. Het criterium is liefde, wie de meeste liefde produceert wint."

Met die liefde wil het nog niet altijd vlotten in Nigeria. De afgelopen tien jaar zijn er duizenden doden gevallen. Pastor James: "Nigerianen zijn zeer religieuze, maar geen goddelijke mensen. Doordat ze zelf zo godsdienstig zijn, zijn ze bereid om elk religieus verpakt verhaal voor zoete koek te slikken. Het is zo gemakkelijk om religie politiek uit te buiten.

"Neem de Deense cartoonaffaire, de doden vielen niet in Denemarken maar hier in Nigeria. Die cartoonist was niet eens een praktiserend christen, maar de christenen hier betaalden de prijs." Vele slachtoffers waren er ook toen een krant in 2002 over de verkiezing van Miss World, gehouden in Nigeria, schreef dat de profeet Mohammed best wel met een aantal van de kandidaten had willen trouwen.

Ook de invoering van de sharia in 2000 in de noordelijke deelstaten van Nigeria lokte een golf van geweld uit. Onlangs verbood een gerechtshof een mensenrechtenorganisatie een herdenking te organiseren van de eerste keer dat een dief een hand werd afgekapt, ruim tien jaar geleden.

Pastor James tilt niet meer zo zwaar aan de shariakwestie: "Die is over zijn hoogtepunt heen. Er zijn nu drie rechtstelsels, waaruit mensen kunnen kiezen: het seculiere recht, het gewoonterecht en de sharia.

Ook een christen kan een zaak aanhangig maken bij een shariarechtbank, maar kan nooit worden gedwongen dat te doen. De meeste mensen gaan naar gewone rechtbanken."

Bij een aantal bloedige incidenten hadden de pastor en de imam veel ellende kunnen voorkomen, via hun netwerken wisten ze dat er iets dreigde. Maar de autoriteiten gaven hun niet de middelen om er iets aan te doen en grepen evenmin zelf in. Pastor James: "Waar rook is, is vuur, dat klopt. Autoriteiten trekken daaruit de conclusie: 'we zien geen rook en dus is er geen vuur'. Maar dát klopt helaas niet altijd."

No comments:

Post a Comment

Note: Only a member of this blog may post a comment.

Blog Archive