Sunday, February 27, 2011

Besluit 'n mens of word besluite vir jou geneem? Vrye wil of gedetermineerd?

'n Interessante artikel in vandag se Trouw:

Een mens is geen hersenplaatje

Wilfred van de Poll − 26/02/11, 01:50

De vrije wil bestaat niet, stellen hedendaagse neurologen. Wat betekent het voor hoe je je kinderen moet opvoeden? "Als de vrije wil niet bestaat, kun je als opvoeder je boeltje pakken."
 
'Jouw wil staat buiten de deur',  zei haar vader vroeger, als ze  weer eens tegenstribbelde.  Niet zeuren, bedoelde hij, pappa weet het beter. Pedagoge Roos van  Soomeren lacht. "Hij was in ieder geval duidelijk."

Ze zit aan haar bureau in de 'Opvoedpoli' aan het Surinameplein in  Amsterdam-West. De onderneming  begon drie jaar geleden en telt inmiddels vijf filialen in Amsterdam  en omgeving. Samen met zo'n tweehonderd andere 'gezinscoaches'  staat Van Soomeren ouders in het  stadsdeel  bij met opvoedkundig advies.

Of de opmerking van haar vader  pedagogisch wel verantwoord was?  "Ach. Je kunt ook te lief zijn. Je hebt  van die ouders die meteen in paniek  schieten: 'Help, het schreeuwt!'"

Achter de manier waarop je je kinderen opvoedt, schuilen aannames  van filosofische aard. Moet je ervan  uitgaan dat het kind een vrije wil  heeft, of juist niet? En zo ja, moet je  die wil dan prikkelen, of juist  'breken', zoals dat vroeger heette? En  stel dat hedendaagse neurowetenschappers gelijk hebben met hun  stelling dat de vrije wil niet bestaat,  wat betekent dat voor de manier  waarop  je je kinderen moet opvoeden?

"Als de vrije wil niet bestaat, dan  kun je als opvoeder je boeltje wel  pakken", zegt Paul van Geert, hoogleraar ontwikkelingspsychologie  aan de Rijksuniversiteit Groningen.  Met een kreet als 'de dood van de  vrije wil' is hij niet gelukkig. "Wetenschappers die dat roepen gaan uit  van de mens als gesloten deterministisch systeem."

Maar het brein, zegt Van Geert, is  'oneindig complex'. "En complexe  systemen, zo weten we uit natuur- en  wiskunde, zijn principieel onvoorspelbaar, niet-deterministisch. Dat  geldt dus ook voor het brein. Het bewustzijn, en daarmee de vrije wil, is  een product van het brein, maar  onttrekt zich tegelijkertijd aan de interne causaliteit ervan. Brein en bewustzijn beïnvloeden elkaar wederzijds.

Neurologische processen sluiten vrije keuzes niet uit."
Daar is Rien van IJzendoorn, hoogleraar gezinspedagogiek in Leiden,  het mee eens.  Hedendaagse vrije-wil- ontkenners gaan volgens hem uit  van een dualisme dat schatplichtig is  aan de filosoof René Descartes (1596- 1650). "In diens voetspoor zien ze  een waterscheiding tussen lichaam  en geest. En de geest, die komen ze  onder de MRI-scan niet tegen. Dus  schuiven ze die van tafel. Wat ze  overhouden is een plat materialisme." En aangezien ze de vrije wil opvatten als een 'ijle geestelijke abstractie' kan die in hun ogen ook niet  bestaan, zegt de Leidse pedagoog.  "Ze hebben de vrije wil weggedefinieerd."

Zelf denkt Van IJzendoorn meer  vanuit 'Spinozistisch' perspectief.  "Anders dan zijn tijdgenoot Descartes ging Baruch de Spinoza  uit van  een graduele overgang tussen lichaam en geest. Ze lopen in elkaar  over. Ze zijn te onderscheiden, maar  niet van elkaar te scheiden. Descartes duwt ons in een dilemma waar  we nooit uit zullen komen, maar  vanuit Spinoza's perspectief is het  geen probleem als de vrije wil zowel  een psychische als een fysische component heeft, tegelijkertijd."

Jelle Jolles, neuropsycholoog aan  de Vrije Universiteit in Amsterdam,  knikt. Hij ziet in het huidige debat  rond vrije wil vooral een 'loopgravenoorlog' tussen kampen die zich  hebben ingegraven in hun eigen paradigma, waarbij filosofische uitgangspunten als wetenschappelijke  conclusies worden gepresenteerd.

"Voor- en tegenstanders van de  vrije wil spreken verschillende talen  en kijken naar andere dingen. De  één kijkt bijvoorbeeld naar hersenstructuur, de ander naar gedrag. Die  kun je niet tot elkaar herleiden. Gedrag speelt zich af in ruimte en tijd,  terwijl hersenonderzoekers kijken  naar een momentopname onder een  MRI-scan, in een sterk vereenvoudigde omgeving. Interessant, maar je  kunt een mens van vlees en bloed  niet gelijkschakelen met een hersenplaatje. Dat is een reductie van de  werkelijkheid, die je niet moet verwarren met de werkelijkheid zelf."

Die reductie leidt tot een 'nieuwe  predestinatieleer', vindt Rien van IJzendoorn. En dat heeft grote gevolgen voor de opvoedpraktijk. "Als het  karakter al helemaal vastligt bij de  geboorte, dan is de invloed van de ouder zeer beperkt. Hooguit kun je de  negatieve kanten van het karakter  intomen, met behulp van conditionering. Wat je niet meer kunt doen,  is het kind aansprakelijk stellen voor  zijn gedrag."

Dat druist niet alleen in tegen de  intuïtie, maar ook tegen de praktijk,  betoogt Van IJzendoorn. "Onderzoek  toont aan dat kinderen al heel vroeg  verantwoordelijkheidsbesef hebben. En beïnvloeding vanuit de omgeving blijkt kinderen  diepgaand te  kunnen veranderen. Een kind doet  ervaringen op, die zijn persoonlijkheid en karakter kneden."

Is een kind dan een product van  zijn omgeving? Nee, zegt Paul van  Geert. "Zoals er tussen lichaam en  geest voortdurend interactie is, zo  beïnvloeden individu en omgeving  elkaar ook voortdurend. We worden  door de omgeving gemaakt, maar we  maken de omgeving ook op onze  beurt. Ook hier moeten we waken  voor een waterscheiding."

Van IJzendoorn: "En het kind is  daarin dus niet alleen een passieve  ontvanger, maar ook actief, handelend. Het zet de eerste voorzichtige  stappen naar een besef geen willoos  slachtoffer te zijn maar zelf zijn omgeving te kunnen veranderen. Dat  kunnen ouders aanwakkeren of juist  tegenwerken."

Hij denkt na. "Eigenlijk is 'vrije  wil' een metafoor voor het gevoel  greep te hebben op de buitenwereld.  Het gevoel daaraan niet overgeleverd te zijn."

Dat gevoel bevorderen, daar draait  het in de opvoeding om, beaamt gezinscoach Roos van Soomeren. "Veel  ouders proberen hun kind dat te  doen door bijvoorbeeld een bevel als  vraag te brengen. 'Zullen we nu gaan  eten?' Terwijl de tafel al gedekt is en  ze het nooit zullen accepteren als het  kind 'nee' zegt. Onder het mom dat  ze kind  serieus  nemen, geven ze het  in werkelijkheid het gevoel dat zijn  wil er niet toe doet. Dat werkt passiviteit in de hand", legt ze uit.

Beter is het, aldus Van Soomeren,  om  een veilige omgeving te creëren  voor het kind. "Een kind heeft baat  bij voorspelbaarheid. Het kind gewoon maar vrij laten, zoals tegenwoordig vaak bepleit wordt, lijkt me  geen goed idee. Een kind heeft kaders nodig. Duidelijkheid."

Pedagogen als Van Geert en Van IJzendoorn benadrukken dat opvoeding een dynamisch proces is. Het  karakter van het kind rijpt, groeit en  verandert door nieuwe ervaringen  Van IJzerdoorn:. "Ik zie een kind als  een vat vol mogelijkheden. Keuzes  van zijn ouders en de wijdere sociale  omgeving perken die mogelijkheden in. Later doen ook de keuzes van  het kind dat."

Die keuzes leert een kind stap voor  stap te maken, naarmate zijn prefrontale cortex zich ontwikkelt, zegt  Jelle Jolles. "In dat gedeelte van het  brein zetelt het vermogen je impulsen te beheersen. Pas rond je twintigste is het volgroeid."

Van IJzerdoorn voegt daaraan toe  dat ook de omgeving een rol speelt.  "Het vermogen om alternatieven te  overwegen en toekomstige gevolgen  van gemaakte keuzes te overzien,  komt je niet tijdens de geboorte aangewaaid maar moet met veel vallen  en opstaan worden aangeleerd."

En sommige kinderen leren dat beter dan anderen, zegt hij. "Dat hangt  af van de manier waarop ouders het  opvoeden. Leren ze hun kinderen op  afstand naar hun daden te kijken, of  niet? Dat beïnvloedt hun zelfreflexief vermogen, en dus de uitoefening van hun vrije wil."

Leidt de ene opvoeding dan tot  meer vrije wil dan de andere? Voor  die conclusie deinst Van IJzendoorn  terug. "Veel mensen zien de vrije wil  als de essentie van de mens. Als je  dan zegt dat de een meer vrije wil  heeft dan de andere, leidt dat al snel  tot de gedachte dat  die ook 'meer  mens' is. Dat lijkt me onwenselijk."

Ouders, zegt Roos van Soomeren,  moeten kinderen niet alleen helpen  een vrije wil te ontwikkelen, maar ze  ook bijbrengen dat die wil in de 'grote wereld' tegen allerlei begrenzingen aanbotst. "Je kunt niet alles doen  wat je wilt."

In haar Amsterdamse kantoortje  schenkt ze nog maar wat koffie in.  "Moeilijk hoor, opvoeden", zegt ze.  Voor haar begint het allemaal nog  maar net: haar zoontje is anderhalf.  Met een glimlach wrijft ze over haar  buik. "En zijn zusje is op komst."
  • Omgeving verandert het kinderbrein
    „Een kind verhoudt zich tot een volwassene als een larve tot een vlinder”, schrijft Jelle Jolles, hoogleraar hersenen, gedrag & educatie aan de VU in Amsterdam, in zijn boek ’Ellis en het verbreinen’, waarvan volgende week de tweede druk verschijnt. Zijn stelling: het brein is niet statisch, maar ontwikkelt zich. En de omgeving verandert een kind – tot in het brein zelf. Een kind ’verbreint’. „Verbreinen is letterlijk het veranderen van het brein. Het brein rijpt, vormt onwaarschijnlijke hoeveelheden verbindingen die ten grondslag liggen aan ons functioneren, voelen en denken. Dat proces van verbreinen wordt mede gestuurd door door ouders, vriendjes en vriendinnetjes en de docent.” Daar moeten volwassenen rekening mee houden, stelt Jolles. Kinderen zijn niet in staat om complexe beslissingen te nemen. „Ze zijn slecht in het beoordelen van situaties en overzien niet de consequenties op langere termijn.”  

No comments:

Post a Comment

Note: Only a member of this blog may post a comment.

Blog Archive